top of page

Lezing Positieve Neurologie

Dinsdag 10 december was Ben Cranenburg, neurowetenschapper, auteur en docent, bij ons te gast om een lezing te geven over Positieve Neurologie. De lezing ging in op kijken naar de zaken die nog wel goed gaan, de plasticiteit van het brein en de speciale talenten die soms ontstaan juist door de ziekte. Het verleggen van het accent en het perspectief veranderen is uitermate belangrijk voor de patiënt, partner, gezin en iedereen eromheen.

De presentatie van de hele lezing is in het pdf-bestand onderaan de pagina te vinden.


Introductie

De lezing begon met een introductie in de drie types van neurologische aandoeningen, het bijpassende beeld van de hersenfunctie en de positieve instelling die erbij hoort.

De ontwikkelingsstoornissen (zoals Autisme, Dyslexie, Laag IQ) worden vaak bekeken als een lagere hersenfunctie en ook een tragere ontwikkeling dan de 'standaard'. Echter, positief kunnen er bij deze mensen sterk ontwikkelde functies zijn die juist hoger functioneren dan bij de standaard persoon.

Neurodegeneratieve aandoeningen (zoals Altzheimer, Parkinson) worden gekenmerkt door een sterkere daling in de hersenfunctie over tijd dan bij de standaard persoon. Echter, door het verlies van functie, kan een ander deel zich beter ontwikkelen. Waardoor daar de hersenfunctie boven de standaard persoon kan uitstijgen. Zie hiervoor bijvoorbeeld de schilderijen van Anne Adams.

Verworven hersenbeschadigingen (zoals Beroerte, CVS) worden gekenmerkt door een plotselinge afname in hersenfunctie. Hierna zijn er drie paden mogelijk: Herstel, blijvend gebrek of achteruitgang. Maar er kan ook bij een gebrek een andere functie zich sterk ontwikkelen. Een voorbeeld zijn blinde katten die grote gebieden in hun hersenen ontwikkelen voor het 'zien' met hun snorharen. Of blinde mensen die beter gaan horen. Deze overname van zintuigen door een ander zintuig wordt crossmodale plasticiteit genoemd.


De plasticiteit van het brein

Het brein heeft mechanismes om zich te weren tegen schade. De neurale netwerken hebben een zelfherstellend vermogen waar de verloren connecties van afgestorven cellen worden opgepakt door omringende levende cellen. Onderzoek bij honderdjarigen zonder dementie laat zien dat ze wel degelijk de tekenen van dementie in het brein hadden, maar dat het brein zich had verweerd. Na een beroerte en verlies van de functie aan een kant van het lichaam is het mogelijk door Neurale Reorganisatie (functie overname) weer te bewegen. Hierbij worden wel een stuk meer hersengebieden gebruikt dan origineel, en is het een stuk vermoeiender, maar het werkt wel.

Het voorbeeld dat hierbij werd gegeven is als volgt: Stel je voor bij de gemeente zijn alle mensen die de rekeningen versturen ziek naar huis gegaan. Er worden dus opeens geen rekeningen meer verstuurd. In het gebouw werken ook heel veel andere mensen in verschillende departementen. Als we op zoek gaan naar de mensen die ook iets van rekeningen weten, kunnen we genoeg mensen bij elkaar sprokkelen om het werk te doen. Ze moeten wel tot orde worden geroepen en geactiveerd, maar dan worden de rekeningen weer verstuurd.


De drie assen van het brein



Je kan op drie verschillende manieren door het brein kijken en op elke manier kom je andere verschillen tegen.

Boven-onder: Het brein heeft 3 'etages' de hersenstam, het limbisch systeem en de cortex. Een beschadiging van een gebied heeft verschillende uitwerkingen. Bij Parkinson treden de beschadigingen op in de middelste laag, het limbisch systeem. Het brein gaat dan compenseren via de bovenste laag. Dit betekent dat je moet nadenken over alle handelingen. Het bewust bewegen gaat beter dan automatisch. Bewuste intentie en zintuigelijke aanleiding helpt. Je brein denkt in doelgerichte handelingen.

Luria: by changing the task we can change the functional possibilities.

Links-rechts: Hoewel de traditioneel beschreven links-rechts hersenfuncties niet helemaal kloppen (zie ook de neurale reorganisatie) is er merkbaar verschil in het herstel bij een hersenbeschadiging links versus rechts. Zo lukt bij letsel links het luisteren naar verbale instructie minder, terwijl imitatie wel goed werkt. Maar bij letsel rechts helpt het meepraten juist met acties uitvoeren.

Voor-achter: Bij letsel aan de voorzijde wil praten vaak niet lukken, maar kan men wel begrijpen wat er wordt gezegd. Voor therapie is het belangrijk om te weten dat fouten niet worden onthouden als fout. Het is dan dus beter om foutloos te leren, langzaam en in een keer goed. Tegenovergesteld is bij letsel aan de achterzijde dat men het lastig vindt om te begrijpen wat er wordt gezegd, maar lukt praten wel.


Kortom: Er zijn nieuwe sterke en zwakke punten. Deze moet je in kaart brengen. Kies een methode die hierop aansluit. Er is een breed palet aan leer- en revalidatie therapieën beschikbaar.



bottom of page